学习所有语言点击这里-进入主页
快速学说英语一分钟就会
荷兰语口语900句 形容物品、度量、比较
301. 这座楼有多高？
302. 这个大象有多重？
303. 你的新衣服是什么颜色的？
304. 你的鞋多大号？
305. 我弟弟比你妹妹高一倍。
306. 我祖母比我大40岁。
307. 这条河只有那条河的三分之一长。
308. 你的气球是什么形状？
309. 这座桥有多宽？
310. 这儿的冰有多厚？
311. 这种金属比那种硬。
312. 他跑的和吉姆一样快。
313. 凯特比我聪明。
314. 你每天看多长时间电视？
315. 你多久去游一次泳？
301. Hoe hoog is dit gebouw?
302. Hoeveel weegt deze olifant?
303. Welke kleur hebben je nieuwe kleren?
304. Welke maat hebben je schoenen?
305. Mijn broer is twee keer zo lang als je zus.
306. Mijn grootmoeder is 40 jaar ouder dan ik.
307. Deze rivier is maar een derde zo lang als die.
308. Welke vorm heeft je ballon?
309. Hoe breed is de brug?
310. Hoe dik is het ijs hier?
311. Dit metaal is harder dan dat.
312. Hij rent net zo snel als Jim.
313. Kate is slimmer dan ik.
314. Hoe lang kijk je elke dag tv?
315. Hoe vaak gaat u zwemmen?