226. 你昨天早上几点起床?
227. 七点左右。
228. 我听见闹钟了,但我等到九点才起。
229. 我七点醒来 然后马上起床。
230. 我匆忙赶到办公室。
231. 我在路上吃的早饭。
232. 我刚好赶上。
233. 我迟到了十分钟。
234. 我和我的一个朋友一块吃了午饭。
235. 下午6点我下班了。
236. 我留下加了一会儿班。
237. 电视节目很无聊,所以我早早睡了。
238. 我躺在床上看杂志。
239. 我没睡好。
240. 我整夜睡的很熟。
|
226. Hoe laat ben je gisterochtend opgestaan?
227. Rond zeven uur.
228. Ik hoorde de wekker, maar ik stond pas om negen uur op.
229. Ik word om zeven uur wakker en sta meteen op.
230. Ik haastte me naar kantoor.
231. Mijn ontbijt onderweg.
232. Ik heb net ingehaald.
233. Ik was tien minuten te laat.
234. Ik heb geluncht met een vriend van mij.
235. Ik verlaat mijn werk om 18.00 uur.
236. Ik bleef en maakte een tijdje overuren.
237. Tv-programma's zijn saai, dus ik ga vroeg naar bed.
238. Ik lees tijdschriften in bed.
239. Ik heb niet goed geslapen.
240. Ik heb de hele nacht goed geslapen.
|