学习所有语言点击这里-进入主页
快速学说英语一分钟就会
荷兰语口语900句 关于年龄

196. 你多大了？
197. 我二十二了。
198. 史密斯先生才四十几岁。
199. 我比我姐小两岁。
200. 我姐比他丈夫大一岁。
201. 他是一家中最小的。
202. 他看起来比他实际上年轻得多。
203. 我二十岁来这儿。
204. 我六岁开始上学。
205. 我父亲已年过六十了。
206. 他们中大多数不到 30 岁。
207. 我猜他大概 30 岁。
208. 下个月她就满 15 了。
209. 他们将为结婚十周年开个晚会。
210. 他毕竟还只是个孩子。
196. Hoe oud ben je?
197. Ik ben tweeëntwintig.
198. Meneer Smith is pas in de veertig.
199. Ik ben twee jaar jonger dan mijn zus.
200. Mijn zus is een jaar ouder dan zijn man.
201. Hij is de jongste in de familie.
202. Hij ziet er veel jonger uit dan hij in werkelijkheid is.
203. Ik kwam hier toen ik twintig was.
204. Ik begon met school toen ik zes jaar oud was.
205. Mijn vader is ouder dan zestig.
206. De meesten van hen zijn jonger dan 30 jaar.
207. Ik denk dat hij ongeveer 30 jaar oud is.
208. Ze wordt volgende maand 15.
209. Ze geven een feest voor hun tiende huwelijksverjaardag.
210. Hij is tenslotte nog maar een kind.